Deze Verkenning van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid schetst de veelvormigheid van de Nederlandse filantropie. Particuliere huishoudens, bedrijven, vermogensfondsen, geldwervende fondsen en loterijen zijn belangrijke bronnen van filantropie.
Filantropie functioneert steeds meer in interactie met overheid en bedrijfsleven. Op het grensvlak van filantropie en overheid spelen
... [Show full abstract] issues als de overdracht van overheidsverantwoordelijkheid aan filantropie, de fiscale stimulering en het toezicht op filantropie. Op het grensvlak van filantropie en bedrijfsleven zijn de opkomst van impactgerichte en ondernemende filantropie, zoals in de vorm van 'sociale ondernemingen', en de loterijmarkt voor goede doelen van groot belang.
Filantropie is een hoopvol teken van maatschappelijke veerkracht. Essentieel voor filantropie is de vrije keuze aan welke goede doelen men tijd of geld wil geven. Deze 'willekeur' biedt ruimte voor innovatie, maar roept niet bij iedereen warme gevoelens op. Soms zijn filantropische initiatieven niet in lijn met het overheidsbeleid of staan ze voor een controversiele visie op het 'algemeen nut'.
De unieke positie van filantropie is kwetsbaar door ontwikkelingen die afbreuk kunnen doen aan haar wezen en betekenis voor sociale cohesie en een pluriforme democratie.
Deze Verkenning - met achtergrondstudies vanuit diverse wetenschappelijke disciplines - levert bouwstenen voor een beleidsvisie op filantropie. De voornaamste opdracht aan de overheid, maar ook aan de filantropische sector zelf, is de eigen aard van de filantropie te erkennen en respecteren. Dat vergt een strikte grensbewaking met overheid en markt.
Met bijdragen van: Pamala Wiepking, Barbara Gouwenberg, Elly Mariani, Tim Meijers & Ingrid Robeyns, Yvonne Donders & Vincent Vleugel, Willem Trommel, Jan van Dam & Marcel Ham.